Zoals ik in het vorige post al geschreven heb is het voor jongeren en ouderen, kinderen en volwassenen, belangrijk om categorieën te scheiden. Deze categorieën zijn plagen en pesten. Je zou hier fysiek geweld aan toe kunnen voegen maar de meeste mensen weten dat dit echt niet door de beugel kan en lijkt hier meestal wel goed op te reageren. Hoewel bij jeugd dit nog makkelijk weg gezet wordt als normaal gedrag.

Bij plagen gaat het er voornamelijk om dat kinderen om leren gaan met geplaagd worden. Dit is gek genoeg ook zo bij volwassenen belangrijk. Als we niet goed herkennen dat iemand ons plaagt, en er verder geen negatieve druk op het gedrag hoeft te liggen, dan reageren wij hier meestal ook niet goed op. Dit betekent dus dat de grens tussen plagen en pesten voornamelijk bij ons zelf ligt. Dit is het makkelijkste te omschrijven met het volgende voorbeeld. Twee vrienden komen elkaar op het schoolplein of op een sportclub tegen en spreken elkaar aan met “hee klootzak, hoe gaat het”. Dit kan een gewone manier zijn waarop ze elkaar begroeten. En hoewel ze het misschien niet echt leuk vinden voelen ze zich zeker niet beledigd en kunnen ze als vrienden verdergaan. Hieruit kunnen we opmaken dat het woord klootzak dus geen negatieve connotatie hoeft te hebben.

Maar als iemand die je nog niet zo goed kent je uitmaakt voor een klootzak dan heeft het vaak een veel negatievere waarde. En is het iemand waar je regelmatig woorden mee gehad hebt, of zelfs misschien al echte ruzie, dan is dit een harde belediging. Hieruit kunnen we opmaken dat het woord in deze niet belangrijk is, de context daarentegen lijkt extra gewicht te geven aan de situatie.

Oké, maar wat heeft dat te betekenen als het gaat om omgaan met pestgedrag. Want als iemand je uitscheldt voor klootzak dan doen ze dat dus vanuit de negatieve betekenis. En daar heb je gelijk in, de persoon die het zegt zal het zeker in de negatieve zin bedoeld hebben. Maar de vraag is niet wat de pester bedoeld, de vraag is hoe ga je hiermee om.

Op het moment dat je op een negatieve manier reageert op de pester dan voed je zijn gedrag. Het uitvoeren van pestgedrag heeft altijd een rede, die reden is misschien niet altijd even duidelijk maar het komt er eigenlijk bijna altijd op neer dat ze een reactie willen uitlokken. En als de pester jouw boos krijgt dan lijkt hij zijn doel bereikt te hebben. De beste manier om de pester in deze tegen te gaan is door niet te reageren. Maar dat is moeilijk want diep van binnen heb je het gevoel dat je net uitgescholden bent, dat je beledigd bent. En dat heeft dus te maken met je eigen beleving. Hierdoor kunnen we eigenlijk zeggen dat als je pestgedrag wil tegengaan je niet naar de pester moet kijken maar naar je eigen beleving.

Stel dat iemand je klootzak noemt om jou te pesten en je reageert op dezelfde manier als dat je zou doen naar een vriend die je klootzak noemt. Dit verandert jouw gevoel, dit stopt je van boos worden. Gek genoeg is het heel goed mogelijk dat dit de pester boos maakt maar dat is zijn probleem.

Eigenlijk kunnen we dit zien als het ontstaan van geuzennamen. Door een negatief woord op deze manier te ontkrachten verliest de pester de druk die hij nodig heeft om jou te manipuleren, om jou boos te krijgen.

Gek genoeg als iemand dit doet om jou te plagen dan maakt het degene die jou plaagt niet echt uit hoe je reageert, alles is goed. Het is niet een doel om jou boos te maken maar als je boos wordt is het ook grappig. Pesters zullen meer gericht zijn op het uitlokken van een negatieve reactie. Maar door de interpretatie van de situatie aan te passen in je eigen voordeel ontneem je hem deze prikkel.

Nu heb ik in het voorbeeld eigenlijk nog alleen aandacht besteed aan woorden die gebruikt worden om je te pesten. En het woord klootzak is in deze vrij neutraal, er zijn woorden die veel beledigender kunnen zijn. Maar deze woorden hebben alleen een impact op jou als jij dat toelaat.

Een andere manier waarop pesters, zeker bij kleine kinderen, bezig kunnen zijn is door speelgoed af te pakken en de gepeste dit voorhouden. Ervan uitgaande dat dit gebeurt met speelgoed op school of kinderdagverblijven. Niet met persoonlijke bezittingen want dan is het gewoon diefstal en komen we in het veld van agressie. Maar als het speelgoed is waar meerdere kinderen mee mogen spelen en een kind bewust speelgoed afpakt voor een ander kind om hem hierbij uit te dagen dan is hier ook de mogelijkheid voor je kinderen hiermee om te leren gaan, maar dit bespreek ik in de volgende post.

Vragen? Neem contact op!
>